Preview Mode
FR | NL

Geen roze maar groene varkens bij bioboer José Metsu in Poperinge

De windmolen aan het eind van de oprijlaan, het stenen varkensbeeldje naast de voordeur en het geknor om de hoek bevestigen het meteen: we zijn aan het juiste adres. We bezoeken de bioboerderij van José Metsu in Poperinge, die dankzij ING eindelijk voor zijn doel kon gaan: de stap zetten naar een biologische varkensboerderij. Ontdek hier zijn verhaal en zijn ultieme doel.

Terwijl José ons vol trots rond de boerderij gidst, valt op hoe rustig het is en hoe de natuur hier overheerst. ‘Kijk, daar zijn de zwaluwen weer’, wijst José. ‘Die zien we pas sinds we voor bio kozen.’ Het zijn boerenzwaluwen en ze heten niet voor niets zo: ze nestelen liefst in boerderijen, vooral met vee.

José nam het bedrijf over van zijn ouders en is een vierde generatieboer.  Ondertussen is hij al 30 jaar lang varkensboer. Maar in 2020 begon het te kriebelen om zijn aanpak aan te passen en om te schakelen naar een bioboerderij.

Vandaag produceert hij jaarlijks zo’n 180 ton bruto biovlees.

Waarom de omschakeling naar een bioboerderij?

Op 30 jaar tijd zag José de landbouwwereld evolueren naar steeds meer en groter, het was nooit genoeg. ‘Ik voelde me er niet meer goed bij.  Mijn dagen als bioboer zijn veel langer en drukker. Maar, ik houd er zoveel meer voldoening aan over, al wil ik zeker geen afbreuk doen aan de goede initiatieven die veel gangbare landbouwers ondernemen.’

Een bioboerderij, wat houdt het in?

Al eerste betekent dit dat de varkens vrij leven op deze boerderij, ze kunnen naar eigen zin binnen of buiten vertoeven. ‘Meestal liggen ze lekker koel en droog buiten - een varken kan niet zweten en houdt dus eerder van koude dan van warme dagen. Ze hebben natuurlijk allemaal een speklaagje, dus dat helpt bij koude dagen’, grinnikt José.

Ten tweede zijn er ook minder varkens. Nu lopen er zo’n 1.000 varkens rond op de boerderij van José, meer bepaald 100 zeugen en 900 mestvarkens. Als bioboer mag je slechts twintig procent fokdieren aankopen, dus het merendeel is een eigen kruising met het Belgische ras Piétrain. De zeugen zijn vooral rassen uit Zwitserland of Oostenrijk, landen met meer ervaring in biologische landbouw.

Ten derde betekent bioboeren ook dat er minder machinaal werk is. Het uitmesten van de stallen gebeurt dagelijks met de hand.

‘Mijn machinepark bestaat uit vijf kruiwagens en dito schoppen’, lacht José. Maar toch is deze manier van werken voor hem aangenamer dan vroeger, toen hij machinaal werkte. Nu hij heeft weer persoonlijk contact met de dieren.

Daarnaast stelt hij ook eigenhandig het voer samen. Dat bestaat uit tarwe, gerst, mais, rogge en verschillende andere granen, aangevuld met een biologische kern van vitamines en mineralen. Dit voer zorgt ervoor dat het vlees nog lekker zal zijn.

Ten vierde, bio is echt een kringloop op zich. De mest van José zijn boerderij gaat bijvoorbeeld naar een bioboer in ruil voor biograan - alles gebeurt zo veel mogelijk lokaal. Dat is een enorme uitdaging, maar past veel beter in het verhaal van biologische landbouw. De keten is dus korter geworden. En ook zijn vlees wordt lokaal verkocht in een Belgische supermarkt.

Ten laatste, een bioboerderij staat uiteraard ook gelijk aan groene energie.

Zo heeft hij een eigen windmolen die zo’n 30.000 kilowatt per jaar genereert. Daarmee kan hij bijna de volledige boerderij van energie voorzien. “ING heeft me geholpen om voor verduurzaming te kunnen gaan, binnenkort komen er waarschijnlijk nog zonnepanelen bij.”

Het ultieme doel van José

Wanneer we José vragen wat zijn ultieme doel als biolandbouwer is, lichten zijn ogen op. Hij zou het liefst van al op de hoeve zelf slachten, om zo de stressfactor voor de varkens tijdens het vervoer naar een slachthuis drastisch te verminderen - een systeem dat bij ons nog in kinderschoenen staat, maar in Oostenrijk al een grote opmars kent. Niet alleen is dit een duurzamere manier van slachten, ook de kwaliteit van het vlees stijgt enorm. Zijn doel is dus niet om nog groter te worden in kwantiteit, maar wél in kwaliteit.

‘Mijn grootste doel is vooral dat de mensen het belang van bio inzien en weten dat die paar euro’s meer in de supermarkt het écht waard zijn. Dat blijft nog steeds een groot pijnpunt: het ongeloof van mensen in bio. De prijzen van biogranen bijvoorbeeld zijn sinds de oorlog in Oekraïne bijna verdubbeld. Dat hadden we uiteraard niet kunnen voorzien, maar we gaan gewoon door zoals we bezig zijn. Ik ben een bioboer in hart en nieren, en daar kan geen oorlog tegenop.’

De rol van ING

‘Dankzij ING, dat erg kort op de bal speelde, kan ik misschien alsnog mede grondlegger worden van dit systeem in België. Ik kende Brecht van ING al toen ik nog in de gangbare landbouw zat en ik heb veel met hem gepraat over mijn passie en droom om deze omschakeling te maken. Hij is mijn grootste supporter, heeft mij met raad en daad bijgestaan en op een soepele, vlotte en snelle manier geholpen om te bereiken waar ik van droomde. Ik had bijna opgegeven, maar dankzij ING heb ik mijn doel uiteindelijk veel sneller dan verwacht kunnen halen.’ 

Een bioboerderij in enkele weetjes:

  • Wist je dat varkens niet kunnen zweten? Ze houden dus van lekker koele dagen en nachten in het stro.
  • Wist je dat deze varkens wel nog een krulstaartje hebben?
  • De windmolen van José levert 30.000 kilowatt per jaar, dat is 85% van alle nodige energie voor de boerderij.
  • De drachttijd van een zeug bedraagt drie maanden, drie weken en drie dagen.
  • De boerderij van José produceert jaarlijks zo’n 180 ton biovlees.
  • Bio is echt een kringloop op zich, de biomest van José gaat naar een bioboer in ruil voor biograan - alles gebeurt zo veel mogelijk lokaal.
  • Elke dag staat José op om 6.30 uur om zelf het voer voor zijn varkentjes samen te stellen: een mengeling van twaalf granen met een biologische kern van vitaminen en mineralen.

 

 

 

 

 

 

 

 


© 2024 ING België nv, alle rechten voorbehouden